Mitsukai lag op een dak te zonnen. Het was zoals altijd weer lekker zonning. Hij glimlachte licht en dacht na. De recente gebeurtenissen hadden hem aan het denken gezet. Het zou niet enorm lang meer duren voor dat zijn verleden hem zal achterna zitten. Rose was inmiddels steeds meer in het midden van zijn leven gekomen en hij wilde niet opnieuw iemand verliezen. Mitsukai had zijn ogen dicht. Het komt goed...dat moet gewoon.... dacht hij. Daarna opende hij zijn ogen en keek naar de mooie blauwe lucht. Hij ging recht zitten en leunde met twee armen op een opgetrokken kniee. Zijn andere been was vooruitgestrekt. Hij zag kleine kinderen spelen. Vele mensen waren aan het praten en het deed hem goed. Het was allemaal zo vredig. Maar binnen in Mitsukai speelde iets dat alles behalve vredig voelde.